IJzertijd
IJzertijd

800 - 12 v. Chr.
IJzer is zeer geschikt voor sterke gereedschappen. Ruim drieduizend jaar geleden slaagt men er in om ijzer te winnen uit erts en dit te bewerken. Enige eeuwen later wordt er ook in ons land smeedwerk gemaakt, het begin van een nieuwe tijd. In de ijzertijd wordt, mede met behulp van de ijzeren ploegschaar, de akkerbouw en veeteelt verder geïntensiveerd waardoor de bevolking aangroeit. Boeren houden runderen voor vlees en melk, maar ontlenen ook status aan hun dieren. Die vertegenwoordigen kapitaal.

Mensen gaan op zoek naar nieuwe landbouwgronden en maken drassige terreinen bouwrijp door de aanleg van de eerste waterwerken zoals dammen, duikers en terpen. Families en verwanten vormen groepen die elkaars grond betwisten. We spreken over volken en stammen, Galliërs, Kelten en Germanen. Uit bijzettingsgiften in graven is te zien dat er nu grote verschillen in sociale status ontstaan. Zeer rijke mensen dragen sieraden van goud of bijzondere kralen en ze gebruiken bronzen vaatwerk. Het paard doet zijn intrede, een krachtig werkdier en vervoermiddel. Bij archeologische opgravingen zijn paardenbitten teruggevonden. Gespecialiseerde ambachtslieden zijn er nog nauwelijks. Al het werk wordt voornamelijk uitgevoerd als onderdeel van het boerenbestaan: van smeedwerk tot pottenbakken, van kaasmaken tot linnen en wol weven.

Volgende
/assets/img/tpl/no-image.png Romeinse tijd Romeinse tijd

Volg ons op social media:

© 2024 Archeon, SERA Business Design