Paasprocessie in de Middeleeuwen

Paasprocessie in de Middeleeuwen

Alle bezoekers mogen meedoen aan de Paasprocessie in de Middeleeuwen. Het paasvuur, in de vorm van 
gloeiende houtskool zal samen met het in de Paasnacht gewijde water zal worden rondgedragen in het Middeleeuwse stadje Gravendam. 


DOE MEE aan de Paasprocessie in de Middeleeuwen

De Minderbroeders nodigen groot en klein uit mee te doen aan de Paasprocessie. Zie voor de aanvangstijd van de Paasprocessie op het Dagprogramma. Kom vanaf 11.00 uur naar het klooster en kijk of er voor jou een rol in de processie is weggelegd.  Wij zoeken kinderen die, in middeleeuwse kledij gestoken, willen mee helpen als waterdrager, wierookdrager en vlaggenist. Wij zoeken volwassenen die Broeder vuurdrager willen zijn. En we zoeken heel veel zingende kleine en grote mensen. 
We gaan tijdens de Processie het paasvuur, in de vorm van gloeiende houtskool, ronddragen door het Middeleeuwse stadje Gravendam, vergezeld van het in de Paasnacht gewijde water.

In een middeleeuws stadje als Gravendam  is rond 1350 iedereen Rooms-katholiek*) en daarom worden deze Christelijke symbolen van Pasen rondgedragen.

Paasvuur is het symbool van de reinigende werking die het vuur te weeg brengt in ons zondige mensen. Tevens het symbool van het licht. Na de kruisdood van Jezus op Goede Vrijdag  heeft Hij in de duisternis licht gebracht door ons in zijn verrijzenis verlossing te schenken. Het vuur maakt mensen warm en enthousiast. Het vuur werd in de Paasnacht door middel van vuurstenen “geslagen”. Vervolgens werd daar de Paaskaars mee aangestoken. De Paaskaars is het symbool van de Verrijzenis en het Eeuwige Licht.

Water is het  symbool van leven. Door het feit dat men met water tot christen is gedoopt,  geeft  dit  levenskracht aan het christelijk leven. Water is tevens symbool van de verlossing uit de  slavernij in Egypte: de doortocht door de Rode Zee. In de Paasnacht wordt in de katholieke kerken middels gebeden en bijbehorende  symboliek water “gewijd” tot wijwater en met heilige olie tot doopwater.

In veel culturen en religies kom je dezelfde symboliek tegen. Het Christendom met haar Joodse wortels herbergt in het Paasfeest ook voorchristelijke symboliek. In de kern gaat het terug op vruchtbaarheidsfeesten, waarbij met het aanbreken van de lente het nieuwe leven in de natuur wordt gevierd. Jong groen kondigt het voorjaar aan, paasbrood (deeg) vertegenwoordigt kiemkracht, eieren staan voor nieuw leven, een broodhaantje met Palmpasen is het symbool van de overwinning. Het vuur symboliseert het afstand doen van het oude en het uit de as verrijzen van nieuw leven. Christus is door de dood gegaan en opgestaan: dit gegeven  sluit hier perfect bij aan. Het kruis als symbool van lijden en dood  en tegelijkertijd van verlossing en leven.

De Paasprocessie dateert al uit het eerste jaar van Archeon. Het is ontstaan uit het gemis aan een kerk in Archeon, waar mensen kunnen deelnemen aan de Paaswake waarin het paasvuur wordt ontstoken en het doopwater wordt gewijd. De Minderbroeders hebben toen als oplossing bedacht om de symbolen naar de poorters in de stad te brengen. Het is dus niet helemaal authentiek, maar het past wel in de middeleeuwse geest van de Minderbroeders. Zij brachten devotie bij de mensen thuis: kerstlied, kerststal, Jezus aan het kruis met Maria en Johannes daarbij. 

Na afloop van de processie ontvangt u een kleine middeleeuwse lekkernij.

*) In de Middeleeuwen rond A.D 1350 was nagenoeg geheel West-Europa Rooms-katholiek. Er waren mensen die het Joodse geloof aanhingen, maar die vormden een minderheid. Zij kregen in tijden van tegenspoed overal de schuld van. In Zuid-Spanje vond  men  het Islamitisch koninkrijk Granada.  Rond de andere landen van de Middellandse Zee hadden Christenen ook (handels)contacten met Moslims. Verder waren er in Europa groepen mensen die afweken van de Rooms-katholieke leer en ketters werden genoemd.

De Apostel Thomas gelooft niet dat Jezus is opgestaan. Hij legt na Jezus’ verzoek zijn hand in Zijn zijde en roept uit: Mijn Heer en mijn God. Jezus zegt daarop: …Zalig zij die niet zien maar toch geloven (Joh. 20: 24-29).

Onze uitdrukking “ongelovige Thomas” komt hier vandaan.
Uit het Evangeliarium  van de Sint Martinus, Keulen, 1e kwartaal 13e eeuw, Koninklijke Bibliotheek  Brussel

 

Volg ons op social media:

© 2024 Archeon, SERA Business Design